De meeste weten wel, als je iets wilt veranderen aan het gedrag van je hond dan moet je naast je management en ondersteuning, ook werken met training. Wat voor sommige niet altijd vanzelfsprekend gaat.
Onlangs ontving ik bericht van een klant die problemen ondervond met de training van haar hond, wat natuurlijk erg was. We hebben samen gekeken naar de situatie, naar het probleem gezocht en een oplossing gevonden, waardoor ze weer de vooruitgang kon boeken.
Wees lief voor jezelf (en je trainer), je bent niet de enige!
In mijn praktijk zie ik wel eens dat mensen vastlopen zodra we het trainingsgedeelte van hun traject starten. Misschien denk je nu: ”Dat komt door de training die je bied.” En ja, hoewel we als trainer dat niet altijd graag toegeven, kan dat inderdaad een factor zijn. Maar vaak speelt er meer mee dan alleen de training die ik aanbid. Er zijn vaak andere factoren die invloed hebben op het resultaat. 😉
Waarom lopen we vast tijdens training?
Er zijn diverse, veelvoorkomende, oorzaken die ik tegenkom. Ik heb een aantal voor je op een rijtje gezet. De klant of de hond beheerst de basisvaardigheden nog niet voldoende. Denk hierbij aan het lezen en interpreteren van lichaamstaal, emoties of het toepassen van de juiste trainingsstappen.
Toch hoeven deze factoren dus niet altijd de enige oorzaak te zijn. Met de tips in dit artikel hoop ik je te inspireren en op weg te helpen om je training weer op te pakken!
Pauzeer en reflecteer
Neem de tijd om te onderzoeken waar je precies vastloopt. Het is vaak zichtbaar in het gedrag van je hond. Stel jezelf (of aan je trainer) de vraag; is het een specifiek element waar je moete mee hebt? Of een vaardigheid die je nog niet helemaal onder de knie krijgt. Misschien ben jij (of je hond) simpelweg overspoeld door andere gebeurtenissen in je leven? Of is je motivatie weg?
Als je nog geen duidelijk antwoord vindt, probeer dan de volgende tips eens! Misschien is er niet per se sprake van een ”trainingsprobleem”, maar spelen er wel andere dingen mee die invloed hebben op je succes in de training.
Meer dan alleen training…
Training is meer dan alleen oefenen volgens een stappenplan of belonen van voor gewenst gedrag. Er zijn namelijk ”randvoorwaarden” die grote invloed kunnen uitoefenen op het resultaat van je training, meer dan wordt gedacht.
”Randvoorwaarden zijn elementen die invloed hebben op het leven, ons gedrag, hoe we ons voelen, ons gedrag en dit geldt dus ook voor de emoties en het gedrag van de hond. Dit kan van alles zijn: van een samenloop van omstandigheden, zoals emotionele of fysieke overbelasting (bijv. vanwege een druk werkschema of gezinsleven), een gebrek of juist een te veel aan activiteiten met de hond, medische problemen van hond of eigenaar, enzovoort.”
Is het dus echt enkel kwestie van ”goede” training? Nee. Vaak ontdek je dit door terug te kijken naar de stappen die je neemt. Zijn je stappen wel goed, dan kan er dus sprake zijn van een andere invloed die de progressie beïnvloedt. Misschien zijn er ”randvoorwaarden” die nog niet eerder in je opgekomen zijn.
Een voorbeeld uit mijn praktijk: een klant die zich zorgen maakte over haar trainingsprogressie, was recent een nieuwe relatie aangegaan. Hoewel dit voor haar persoonlijk een positieve ontwikkeling was, bleek uit doorvragen dat haar hond nog niet overtuigd was. De aanwezigheid van haar nieuwe partner en de veranderingen die daarbij kwamen kijken, veroorzaakten veel stress voor haar hond, die het niet zo op onbekende mannen had. Moest zij dan haar relatie maar beëindigen? Nee, natuurlijk niet! Maar het gaat er wel om dat je erkent dat veranderingen in het leven van de hond invloed kunnen hebben op de training. In dit geval was het belangrijk om de situatie met haar partner in de training te integreren en te zorgen voor een geleidelijke, positievere aanpassing, zodat de hond zich ook in de nieuwe situatie kon leren omgaan met de stress die de hond had.
Voor mijn klant was de oplossing best simpel, de partner werd gevraagd om te bouwen aan een vertrouwensband met de hond, zonder de hond hierbij te dwingen. Gelukkig voor haar was hij net zo’n hondenmens al zij, en wilde hij niets liever dat de relatie met hun beide zou zou slagen.😉
Breek je stappen op
Als het probleem (of het plan) te overweldigend lijkt, breek het dan op in kleinere, behapbare stukken. Begin in het plan met de onderdelen waar je je het meest comfortabel mee voelt (of die urgentie vereisen) en werk daarna geleidelijk aan de moeilijkheid op. Het is niet nodig om binnen een week al je trainingen af te ronden of elk trainingsniveau te beheersen. Sterker nog, het is goed om de verwachting los te laten dat training dit snel moet laten gebeuren. Problemen moet je wel managen, maar dat is meestal het ‘simpele’ en snelle oplosbare werk (uitzonderingen daargelaten).
Leren van je fouten
Jezelf filmen, ik heb daar een hekel aan. Jij ook? Het voelt in het begin onwennig, maar besef dat video je precies laat zien waar ”foutjes” in je training zijn geslopen. Ben je niet graag in beeld? Stel je camera dan zo in dat alleen je hond volledig in beeld is, en jij bijvoorbeeld maar voor de helft. Of film met een bodycamera. Mij hielp dit om over die drempel heen te komen, wie weet helpt deze tip jou ook. Moet je alle beelden delen met je trainer? Nee, dat hoeft niet. Maar het kan ons wel helpen om je beter te begeleiden in het trainingsproces.
Zo heb ik geleerd dat het echt werk pas bij de klant thuis begint. En ik zie in een enkele sessie niet alles wat er thuis gebeurt. Hoe zij training en de informatie die ik met hun deel oppakken en uitvoeren.
Terug naar de basisvaardigheden van training
Behalve de randvoorwaarden kunnen er ook dingen zijn die wel invloed hebben op de trainingsresultaten, zoals de opzet van de training. Merk je dat je hond moeite heeft met de opzet, kijk dan terug naar de basis van het trainen. Deze 3 elementen van training spelen een belangrijke rol wanneer je het gedrag van je hond met training wilt veranderen:
De 3 elementen op je trainingsresultaten te verbeteren:
- Vergroot de afstand tot de prikkel: Laat je hond de afstand bepalen en let goed op observeerbaar gedrag. Als je hond zich kan afleiden (bijv. snuffelen of wegkijken), zit je op de juiste afstand. Blijft je hond gefixeerd, te afgeleid door prikkels, of valt hij/zij uit, dan ben je te dichtbij. Op dat moment leert je hond niet meer en is hij/zij over de ‘threshold’.
- Verlaag de intensiteit van de prikkel/situatie: Deze tip gaat vaak hand in hand met de eerste. Let goed op de reacties van je hond en pas de intensiteit van de prikkel aan. Sommige honden raken al gestrest door beweging, anderen door geur. Stel je bijvoorbeeld voor dat je bang bent voor spinnen: een hooiwagen-spin die op drie meter afstand komt, kan heel anders voelen dan een vogelspin van 30 cm dichtbij. Veel honden die zich zorgen maken voor een prikkel, raken nog meer ongerust door wat die prikkel doet (of kan doen), of hoe groot hij is. Merk je dat je vastloopt in je training of dat deze niet aanslaat? Kijk dan goed naar de intensiteit van de prikkel en pas deze aan de situatie aan.
- Neem voldoende rust: Voorkom overprikkeling door je trainingssessie kort te houden, vooral voor oudere of (medisch) gevoelige honden. Neem regelmatig pauzes en vermijd sessies langer dan 15-20 minuten. Plan in elke sessie 3-5 minuten pauze. Houd zelf ook focus door de sessies kort te houden, eventueel verspreid over meerdere kortere sessies per dag. Training langer dan 20 minuten heeft meestal geen zin en kan zelfs zorgen voor oververmoeidheid, zowel bij de hond als bij de trainer (jij dus!). 😉

Wat nog meer?
Oefen je wel genoeg?
Soms zie ik dat klanten, om welke reden dan ook, te weinig oefenen. De mate van progressie die je maakt, hangt vaak samen met het aantal oefensessies dat je in je training stopt. Meestal adviseer ik om 3-4 dagen per week, met 1-2 sessies per dag, te oefenen als je echt vooruitgang wilt boeken. Trainen hoeft echt niet elke dag (management wel), maar elk oefenmoment die je weet te benutten, brengt je een stap dichter bij je doelen.
Het makkelijkste is om je sessies in de eerste weken in je agenda in te plannen. Kijk van tevoren wanneer het beste moment is om te oefenen en bereid je goed voor. Zoals je hierboven leest: een sessie hoeft echt niet langer dan 15-20 minuten te duren.
Oefenen doe je het best in een goed geplande en rustige omgeving. Je kunt ook gebruikmaken van situaties waar het ongewenste gedrag momenteel voorkomt (bijv. tijdens een wandeling), maar dan moet je wel heel goed zijn in de basiselementen van training en het lezen van lichaamstaal. Hoe je ook oefent, met goed trainingsmanagement moet je altijd zorgen dat je voorkomt dat je hond in de problemen komt.
Pas de beloning aan
Eten als beloning werkt goed voor de meeste honden, maar als je hond niet gemotiveerd is om te eten, kan dat je oefening belemmeren. Kijk eerst of er gezondheidsproblemen zijn voordat je andere beloningen probeert. Als je hond moeite heeft met eten, zelfs buiten de training, neem dan contact op met de dierenarts om medische oorzaken, zoals pijn of maag- en darmproblemen, uit te sluiten. Als er geen medische redenen zijn, let dan op het gedrag van je hond (wat doet hij/zij wel al uit zichzelf) en bied alternatieve beloningen aan, zoals spelen of snuffelen. Zorg ervoor dat je hond zowel fysiek als mentaal gezond is en dat aan de basisbehoeften wordt voldaan. Praat met je trainer als je zorgen hebt.
Wees geduldig
Neem je genoeg tijd? Zijn je verwachtingen realistisch voor het probleem van je hond? Hoewel het cliché klinkt, kost het trainen van een hond echt tijd en geduld. Hoe lang de training duurt, hangt af van dingen zoals de ernst van het probleem, de achtergrond van je hond, leeftijd, eventuele fysieke problemen, en hoe goed de situatie in zijn geheel is. Het management, de steun en de training die je biedt, bepalen samen hoe snel je vooruitgang boekt.
Hieronder zie je gemiddelden en de duur kan sterk variëren afhankelijk van de specifieke situatie van de hond.
Meestal zie je bij (ernstige) problemen binnen:
2-3 maanden algemene verbeteringen in de stress van de hond door goed management van probleem situaties.
3-6 maanden een afname van het gedrag en de stress in die situaties, met afleiding erbij. Afleiding kan helpen je hond moeilijke situaties aan te leren, zolang het maar ook leidt tot minder stress en ongewenst gedrag.
Training (door je hond nieuw gedrag aan te leren) kan langer duren, meestal 6-8 weken bij één of eenvoudige probleem tot zelfs 6 tot 12 maanden (vooral bij ernstige problemen of als de problemen in meerdere situaties voorkomen).
Wees geduldig
Stel jezelf de vraag: staan alle gezinsleden achter het plan en voeren ze het samen uit? Bespreek met je gezin of iedereen zich goed en veilig voelt bij het plan. Misschien willen sommige gezinsleden liever niet aan een ingewikkeld trainingsplan werken, maar gewoon bij het management blijven. Dat is prima! Het belangrijkste is dat iedereen zich inzet, vooral als er risico’s zijn, zoals wanneer de hond in het verleden iemand heeft gebeten. In zo’n geval helpt het niet als de ene persoon met een muilkorf naar buiten gaat en de ander niet. Maak duidelijke afspraken en leg uit waarom bepaalde dingen belangrijk zijn, zoals het vermijden van prikkels of de hond altijd aangelijnd houden. Verschillende aanpakken binnen het gezin kunnen verwarrend zijn voor de hond en het proces vertragen.
Zoals je leest, met training kun je een stapje verder gaan. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, is het managen van het gedrag van je hond echter géén fout of verkeerd. Voel jij je (of dat ene gezinslid) dus comfortabel bij management en minder bij training, ga daar vooral met je management en voorkom de problemen door ze voor te zijn want ook daar help jij je hond mee.
Schakel professionele hulp in
Kijk goed naar je hond, jezelf en je gezin om te zien wat er speelt. Vergelijk je proces met de tips in dit artikel. Twijfel je? Vraag dan om hulp. Een ervaren gedragstherapeut of trainer kan je helpen bij lastige trainingsproblemen. Zoals je leest, zijn er veel dingen die invloed hebben op training. Soms kan professionele hulp je net dat extra stapje verder helpen. Als je vastzit, aarzel dan niet om contact met mij op te nemen!
Dit artikel is geschreven door hondengedragstherapeut Inna Dirkse-Burmensky
Als kynologisch instructeur en hondengedragstherapeut werk ik al 10 jaar met honden. Mijn focus ligt op welzijnsgericht werken met honden en een oplossingsgerichte aanpak voor het hele gezin. Het is niet toegestaan de inhoud zonder toestemming over te nemen. Delen op social media met bronvermelding wordt gewaardeerd.