Iedereen weet het wel, als je iets wilt veranderen aan het gedrag van je hond dan moet je naast je probleemmanagement en ondersteuning, ook werken aan training. En vooral training gaat niet voor iedereen (direct) vanzelfsprekend.
Enkele weken geleden ontving ik bericht van een klant die moeite had met de training van haar hond die uitvalt naar onbekende personen. Erg vervelend natuurlijk. We hebben samen het probleem onderzocht en opgelost, waardoor ze weer de vooruitgang kon boeken.
Wees lief voor jezelf (en je trainer), je bent niet de enige!
In mijn praktijk zie ik dat klanten wel vaker vastlopen zodra ik met hun aan het trainingstukje van hun traject begin. Misschien denk je nu, dat ligt aan de training die je biedt. En ja hoor, hoewel we als trainer dat niet altijd graag toegeven, kan dit inderdaad een reden zijn. Maar vaak is meer aan de hand en spelen er meer factoren mee dan alleen de specifieke training die ik mijn klanten aanbied. 😉
Waarom lopen we op training vast?
Er zijn diverse, meest voorkomende oorzaken in het vastlopen in training, die ik in mijn praktijk zie. Daar heb ik een aantal van voor je op een rijtje gezet. Een voorbeeld; is dat mijn klant de basis nog niet voldoende beheerst. Denk bijvoorbeeld aan: lezen en interpreteren van lichaamstaal of het toepassen van de juiste trainingsstappen.
Toch hoeft deze factoren dus niet de enige oorzaak te zijn. Met de tips in dit artikel hoop ik je te inspireren en op weg te helpen om je training weer op te pakken!
Pauzeer en reflecteer
Onderzoek eerst: waar loop je eigenlijk op vast? Je merkt het vast wel aan het gedrag van je hond wat niet anders of erger wordt. Maar heb je deze vraag al eens aan jezelf (of je trainer) gesteld? Is het een specifiek concept dat je niet begrijpt? Een vaardigheid die je niet onder de knie krijgt? Of ben je (of je hond) gewoon vermoeid door allerlei gebeurtenissen in leven?
Heb je voor jezelf nog geen antwoord op deze vragen? Check dan de volgende tips! Wie weet is er niet zozeer sprake van een ”trainingsprobleem” maar spelen er wel andere dingen mee die invloed hebben op je trainingsmotivatie en/of succes.
Herzie je trainingsplan/strategie
Training omvat namelijk meer dan alleen oefenen volgens een stappenplan of het belonen voor gewenst gedrag. Zo zijn er ”randvoorwaarden” die invloed kunnen uitoefenen op je training, meer dan men soms denkt.
”Randvoorwaarden zijn elementen die invloed hebben op het leven, ons gedrag, hoe we ons voelen, ons gedrag en dit geldt dus ook voor de emotie en het gedrag van de hond. Dit kan van alles zijn: van een samenloop van omstandigheden, zoals emotionele of fysieke overlading (bijv. vanwege een druk werkschema of gezinsleven), gebrek of een te veel aan activiteiten met de hond, medische problemen van hond of eigenaar, enzovoort.”
Is het enkel kwestie van training? Meestal kom je er dan snel achter door terug te kijken naar waar het misloopt. Is de training wel goed, dan kan er sprake zijn van een andere, nog (grotere) invloed op de progressie. Misschien zijn er wel ”randvoorwaarden” die nog niet eerder besproken zijn.
Mijn klant bijvoorbeeld; zij bleek onlangs een nieuwe relatie te zijn aangegaan. Hoewel dit voor haar persoonlijk een positieve ontwikkeling is, bleek na doorvragen dat haar hond nog niet was overtuigd, en bracht de aanwezigheid van haar nieuwe partner een negatievere invloed op haar hond. Zonder in details te treden, dit is geen probleem natuurlijk! Zij hoefde haar relatie niet ongedaan te maken! Hiermee wil ik vertellen dat de gebeurtenissen in het leven van de hond veel invloed kunnen uitoefenen op het trainingsplan. En daar zul je iets mee moeten doen! Bekijk dus eerst naar wat er speelt in jullie leven en pas daar indien nodig je strategie op aan.
”Voor mijn klant was de oplossing best simpel, de partner werd gevraagd om te bouwen aan een vertrouwensband met de hond, zonder de hond hierbij te dwingen. Gelukkig voor haar was hij net zo’n hondenmens al zij, en wilde hij niets liever dat de relatie met hun beide zou zou slagen.”😉
Breek het op
Loop je tegen een hoop problemen of muren aan? Als het probleem (het plan) te overweldigend lijkt, breek het dan op in kleinere, behapbare stukken.
Werk vooral eerst aan onderdelen waar je het meest comfortabel mee bent (of die urgentie vragen) en werk daarna geleidelijk aan de lastigere delen. Je hoeft echt niet over een week al je trainingen te hebben voldaan of ieder niveau te beheersen. Sterker nog, dat raad ik af om dit wel te willen. Alle problemen dien je wel te managen, maar dat is meestal het ”simpele”, meest snelle werk (uitzonderingen daargelaten).
Leer van fouten
Jezelf filmen, ik heb daar een hekel aan. Jij ook? Het voelt in het begin onwennig maar besef dat video wel goed vastlegt waar ”foutjes” in je training (of management) zijn geslopen. Ben je ook niet graag in beeld? Stel je camera dan dusdanig in dat enkel je hond volledig in beeld is, en jij bijvoorbeeld maar voor de helft. Of film alleen je hond met een body camera. Mij hielp dit over de grens van het filmen heen, wie weet helpt deze tip ook voor jou. Moet je alle beelden delen met je trainer (of therapeut)? Nee hoor! Maar kan deze persoon wel helpen om je nog beter te begeleiden in het proces.
Zo heb ik geleerd dat het echt werk pas bij de klant thuis begint. En ik zie in een enkele sessie niet alles wat er thuis gebeurt. Hoe zij training en de informatie die ik met hun deel oppakken en uitvoeren.
Terug naar de basisvaardigheden van training
Behalve de randvoorwaarden kunnen er ook dingen zijn die wel invloed hebben op het trainingsproces, bijvoorbeeld door de trainingsopzet (situatie waar je in traint). Merk je dat je hond moeite heeft met de trainingsopzet, kijk dan terug naar de basis van het trainen. Deze 3 elementen van training spelen een belangrijke rol wanneer je het (uitval)gedrag van je hond met training wilt veranderen:
Hier zijn 3 elementen om je trainingsopzet te verbeteren:
- Vergroot de afstand tot de prikkel: Laat vooral je hond de afstand bepalen en let op zijn/haar gedrag. Als hij/zij zich kan afleiden (bijv. snuffelen, wegkijken), ben je op de juiste afstand. Blijft je hond gefixeerd, te afgeleid door de prikkels of valt hij uit, dan ben je te dichtbij. Je hond zal op dat moment niet meer leren en is dus over ‘threshold’.
- Verlaag de intensiteit van de prikkel/situatie: Deze gaat vaak in een hand samen met de tip hierboven. Let op hoe je hond reageert en pas de intensiteit aan. Sommige honden raken al gestrest door beweging, anderen door geur. Ben jij bijvoorbeeld bang voor spinnen? Stel jezelf dan voor dat een hooiwagen-spin die op drie meter afstand naar je heen kruipt en heel ander gevoel kan oproepen dan een vogelspin van 30 cm groot, die datzelfde doet. Veel honden zijn bang voor een prikkel, maar maken zich nog meer ongerust voor wat die prikkel doet (of kan doen), en hoe groot die prikkel is. Loop jij direct vast in je training of merk je dat training niet aanslaat? Kijk dan goed naar de intensiteit van de prikkel en pas deze op de situatie aan.
- Neem voldoende rust: Voorkom overprikkeling door training, houd je sessies kort. Vooral voor oudere of medisch gevoelige honden. Neem regelmatig pauzes en vermijd sessies langer dan 15-20 minuten. Neem in iedere sessie 3-5 minuten, pauze van enkele minuten. Houd zelf ook focus door je sessies kort aan te bieden, desnoods in meerdere kortere sessies per dag. Langer dan 20 minuten trainen heeft meestal geen zin, en kan in sommige gevallen zelfs ervoor zorgen dat de hond of de trainer (jij dus) oververmoeid raakt. Vergis je niet, training is echt vermoeiend voor zowel de hond als diegene aan de andere kant van de lijn. 😉
![](https://www.kynolexis.nl/wp-content/uploads/2024/04/www.kynolexis.nl-3-1024x576.png)
Wat nog meer?
Oefen je wel genoeg?
Soms zie ik dat klanten vanwege hun drukke schema’s te weinig oefenen. De mate van progressie die je maakt, kunnen dus ook afhankelijk zijn van de aantal oefensessies die je investeert in je training. Meestal adviseer ik om gemiddeld 3-4 dagen in de week, 1-2 sessies te oefenen wil je progressie boeken. Oefenen hoeft echt niet elke dag, maar elk oefenmoment die je weet te benutten, zorgt voor een stapje dichtbij jouw doelen.
Het makkelijkste is om je sessies in de eerste weken in te plannen in je agenda. Kijk van te voren wanneer oefenen het beste past en bereid je op je oefenmomenten voor. Zoals je hierboven leest; een sessie hoeft echt niet langer te duren dan 15-20 minuten per dag.
Oefenen doe je het best in een vooruit geplande, gecontroleerde setting. Je kunt ook gebruik maken van de situaties waar het ongewenste gedrag nu voorkomt (bijv. tijdens de wandeling in het park), maar dan moet je al wel héél goed zijn in de alle basiselementen van training, lezen van lichaamstaal. Hoe je ook oefent, met management zul je toch moeten zien te voorkomen dat je hond in de problemen raakt.
Pas de beloning aan
Eten als beloning werkt goed voor de meeste honden, maar als je hond niet gemotiveerd is om te eten, kan dat je training belemmeren. Controleer eerst op mogelijke gezondheidsproblemen voordat je nieuwe, ‘lekkerdere’’ beloningen aanschaft. Als je hond moeite heeft met eten, zelfs buiten de training, raadpleeg dan een dierenarts om mogelijke medische oorzaken (zoals pijn) uit te sluiten. Als er geen medische redenen zijn, let dan op het gedrag van je hond (wat doet hij/zij wel al uit zichzelf) en bied alternatieve beloningen aan, zoals spelen of snuffelen. Zorg ervoor dat je hond zowel fysiek als mentaal gezond is en dat aan zijn behoeften wordt voldaan. Bespreek eventuele zorgen met je trainer.
Wees geduldig
Neem je wel genoeg tijd? Zijn je verwachtingen realistisch ten aanzien van het probleem met je hond? Hoewel dit erg cliché klinkt, vereist het trainen van een hond inderdaad tijd en geduld. De duur van de training hangt af van verschillende factoren zoals de ernst van het probleem, de herkomst van de hond, leeftijd, het verleden, wel/geen fysieke problemen en hoe de prognose is van het gehele plaatje. De mate van management, de ondersteuning en de training die je biedt, bepalen samen hoelang het proces duurt. Meestal zie je bij (ernstige) problemen binnen:
- 2-3 maanden algemene verbeteringen in de stress van de hond, door effectief management van probleemsituaties.
- 3-6 maanden zou je vermindering in het gedrag en de stress moeten zien in de probleemsituaties, in combinatie met afleiding. Afleiding helpt je hond omgaan met moeilijke situaties totdat de training effect heeft, er is dus niets mis met afleiding mits dit als resultaat oplevert dat het gedrag en de stress van de hond ook daadwerkelijk minder wordt, om een negatieve leerervaring te voorkomen. Als resultaat kun je zien dat je hond minder snel omhoogschiet in zijn/haar stress bij een onverwachte prikkel. Neemt het toe, dan moet je terugkijken naar de basisvaardigheden hierboven.
- Training, dus door oefening je hond ander keuzegedrag aanleren, dat kan langer duren dan management met afleiding, vaak 6 tot 12 maanden, vooral bij ernstige problemen of als problemen in meerdere situaties zich voordoen.
Dit zijn natuurlijk gemiddelden en de duur kan sterk variëren afhankelijk van de specifieke situatie van de hond.
Betrokkenheid van het hele gezin: Stel jezelf de vraag; staan alle gezinsleden achter het plan en voeren jullie allen het plan zoals het er nu ligt, te allen tijde uit? Bespreek met je gezin of iedereen zich wel goed en veilig voelt bij het plan. Misschien zitten andere gezinsleden helemaal niet te wachten op een moeilijk trainingsplan, en willen zij liever gewoon bij het management blijven. Is dit verkeerd? Nee, absoluut niet! Graag zelfs! Het is wel belangrijk dat iedereen zich zo goed mogelijk inzet, zeker als er risico’s achter het gedrag zijn, bijvoorbeeld omdat de hond in het verleden iemand heeft gebeten. In deze situatie helpt het niet als het ene gezinslid wel met de muilkorf om naar buiten gaat en de ander niet. Maak dus goede afspraken en leg nadruk waarom bepaalde dingen belangrijk zijn (bijv. Waarom loop je niet in richting van de prikkel, maar wel met een flinke boog eromheen, bij de prikkel wegloopt. Waarom moet de hond aangelijnd blijven). Verschillende aanpakken binnen het gezin kunnen verwarrend zijn voor de hond en het proces vertragen.
Zoals je leest, met training kun je een stapje verder gaan. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, is het managen van het gedrag van je hond echter géén fout of verkeerd. Voel jij je (of dat ene gezinslid) dus comfortabel bij management en minder bij training, ga daar vooral met je management en voorkom de problemen door ze voor te zijn want ook daar help jij je hond mee.
Schakel professionele hulp in: Het goed kijken naar je hond, jezelf en het gezin helpt te achterhalen wat er aan de hand kan zijn. Check eerst of alles in orde is, vergelijk aan de hand van de tips in dit artikel jouw proces. En bij twijfel, schakel dan hulp in. Een ervaren gedragstherapeut of trainer kan waardevolle inzichten en begeleiding bieden om je door moeilijke trainingsproblemen heen te helpen. Zoals je leest, er zijn vele randvoorwaarden aan training. Een stok achter de deur om die randvoorwaarden te onderzoeken of je helpen om aan die randvoorwaarden te houden, kan net dat extra stapje zijn. Ik help je heel graag verder. Als je echt vastzit, aarzel dus vooral niet om contact met mij op te nemen.
Dit artikel is geschreven door hondengedragstherapeut Inna Dirkse-Burmensky Als kynologisch instructeur en hondengedragstherapeut werk ik zo’n 10 jaar met honden. Mijn passie ligt bij het welzijnsgericht werken met honden, met een oplossingsgerichte aanpak voor het hele gezin. Het overnemen of kopiëren van de inhoud zonder schriftelijke toestemming is niet toegestaan. Het delen van dit artikel met originele bronvermelding op social media wordt zeer gewaardeerd.